De Oude Fontein – een boomgaard op Sprokkelenburg

Sprokkelenburg heet het gedeelte van De Hond, waarop ook de oude boomgaard De Fontein heeft gelegen.
Op de ‘Kaart van de Neder-Rhyn en de Leckstroom’ van Frederik Willem Conrad uit 1793 vinden we de naam Sprokkelenburg terug, lopend over het gehele gebied van De Hond, maar dat is zeker niet terecht. Het gebied heette vanouds gewoon De Hond.
Th.A. Ausems, in zijn lijst met Culemborgse land- en veldnamen uit 1976, noemt de naam Sprokkelenburg voor een perceel tussen de derde Hondsteeg (Julianalaan) en De Fonteyn. De naam Sprokkelenburg voor de gelijknamige villa aan de Wilhelminadreef is, zoals hij schrijft, een verplaatste naam.
De naam Sprokkelenburg komt zeker al in de zeventiende eeuw voor, als graaf Floris II plannen heeft om er een nieuw grafelijk buiten te bouwen.

kaart conrad - sprokkelenburg

Dit stuk gaat echter niet over Sprokkelenburg, maar over de Fontein, of beter gezegd: de ‘Oude’ Fontein. Dit ter onderscheiding van de boerderij de Nieuwe Fontein, die in 1912 werd gebouwd op de hoek van Lange Dreef en Oranje Nassaulaan. De bouwer daarvan was Godert Wammes; hij was eerder pachter van het Weeshuis geweest op de Oude Fontein, maar die boerderij was in 1911 afgebrand. U heeft er alles over gelezen, of kunt dat nog doen, in het artikel over ‘Boer Wammes en de vergeten geschiedenis van De Hond’.
De nieuwe situatie is goed te herkennen op de Topographische Kaart van omstreeks 1920. Te zien zijn de vijf Hondstegen; de latere Lalainglaan ontbreekt nog grotendeels. Op de hoek van de ‘vierde Hondsteeg’ en de toen nog Tielsche Zandweg is inmiddels de ‘Nieuwe Fontein’ verrezen. Ook in de boomgaard van het Weeshuis heeft – ietsje zuidelijker – nieuwbouw plaatsgevonden.
Op dit laatste perceel werd in 1955 het bejaardenhuis Elisabeth Hof gebouwd. Tot die tijd werd de fruitboomgaard nog gewoon verpacht. In 1950 is sprake van de verpachting van het fruit uit de boomgaard ‘De Nieuwe Fontein’ op Sprokkelenburg!

De Hond, op de Topografische Kaart van omstreeks 1920

De Hond, op de Topografische Kaart van omstreeks 1920

Hofstede en boomgaard

Godert Wammes (hij is de vader van ‘boer Wammes’ uit het eerder genoemde stuk) was in 1906 getrouwd met Maria Geertruida Velthuizen. Hijzelf was een zoon van Gerrit Wammes en Theodora Smits, landbouwers op Redichem.
Zijn vrouw Marie was in 1882 te Culemborg geboren op De Oude Fontein. Zij was de enige dochter van Hendricus Velthuizen en Maria van Rooijen. Ze kwamen uit Schalkwijk; het paar was er in november 1881 getrouwd, en nog diezelfde maand vestigden ze zich te Culemborg op hofstede De Fontein, die ze van het Weeshuis in pacht hadden genomen.
Die hofstede met boomgaard, ongeveer 2½ hectare, was destijds nog niet zo heel lang in het bezit van het Weeshuis. Het goed was in 1865 aangekocht. Sprake is dan van het bouwland De Fontein, gelegen aan de derde Hondsteeg. De koopsom bedroeg 6.000 gulden.
De verkopers waren Wendelina Deenik en haar man Albertus Cornelis van de Water. Wendelina was een kleindochter van de landbouwer Leendert Deenik Albertus zoon, die de ‘Huizinge en boomgaard, staande en gelegen in den Hond, genaamt de Fontein, groot 3 Morgen’ in 1801 van zijn vader had toebedeeld gekregen.
De naam De Fontein is echter al stukken ouder.

De brand in 1911

De boerderij De Fontein, die na het overlijden van zijn schoonvader in 1906 werd gepacht door Godert Wammes, brandde af op 18 augustus 1911. Een verslag ervan vinden we in de Culemborgsche Courant van zondag 20 augustus, in de rubriek LOKAAL NIEUWS :

Vrijdagmorgen tusschen drie en vier uur brak er brand uit in de boerenhofstede ‘De Fontein’, toebehoorende aan het Weeshuis en bewoond door de Wed(uwe) Veldhuizen en schoonzoon met zijn gezin. Allen lagen nog in diepen rust toen de vlammen het achterhuis bijna verteerd hadden.
Wammes, de schoonzoon, wakker geworden door het geknetter der vlammen, spoedde zich naar het achterhuis, waar hij nog juist bijtijds kwam om het aldaar vertoevend varken te redden. De beide vrouwen, schoonmoeder en dochter, alsook de drie kinderen, konden zich slechts met moeite door het raam redden.
Het geheele huis brandde geheel uit. Verder zijn nog twee schuren en een paar hooischelven geheel verbrand, terwijl 2 konijnen en enkele kippen in de vlammen zijn omgekomen. Het vuur was zoo hevig dat de appels van enkele boomen, welke in de nabijheid staan, gebraden aan de takken hangen. Aan blusschen viel, bij bekend worden van den brand, niet meer te denken.
Het huis, alsook de inboedel is verzekerd, laatstgenoemde evenwel zeer laag, zoo men ons verzekerde.
De oorzaak is onbekend.

Op de ‘Oude’ Fontein wordt in 1907 een nieuwe waterpomp geslagen . Vooraan met de witte muts de moeder van Godert Wammes, met naast haar Goderts vrouw Marie Velthuizen.

Op de ‘Oude’ Fontein wordt in 1907 een nieuwe waterpomp geslagen.
Vooraan Goderts vrouw Marie Velthuizen en naast haar – met witte muts – haar moeder Maria van Rooijen.

Geen schadevergoeding

In het archief van het Weeshuis zijn ook enkele stukken over de brand te vinden (RAR 1499, inv.nr. 690). Het ‘huis met achterhuis’ bleek zodanig verbrand ‘dat er niet meer dan een hoopje steenen’ van over was. Die stenen, tegels en buizen werden in december 1911 bij inschrijving verkocht, en brachten nog 97,50 gulden op.
Voordien was al een discussie ontstaan tussen de pachter en het Weeshuis. Wammes vroeg wederopbouw van de verbrande hofstede, of anders ’een billijke overeenkomst’ ter vergoeding van zijn rechten. Op schadevergoeding had hij evenwel geen recht, zo meenden de protectoren. Een lagere pacht was wel mogelijk, maar de verlaging zou dan wel ‘zeer weinig moeten zijn’. Immers, zo stelde protector Laan, de kleine boomgaard die door Wammes met het huis gepacht was, bracht alleen al zoveel op “dat zij bijna de hele huur dekt”. En met een vergoeding voor de ‘voddige schuurtjes’ die de pachter bezig was te bouwen, hadden protectoren al helemaal niks te maken. “Toegeven zou ik nu niet méér”, schreef Laan.
Tot overeenstemming kwamen het dan ook niet. Godert Wammes vroeg najaar 1911 vergunning voor het bouwen van een boerenwoning. De verleende vergunning werd in 1912 nog wat aangepast.
Het resultaat – de boerderij De Nieuwe Fontein – is de lezer inmiddels wel bekend.

Zie anders het artikel ‘Boer Wammes en de vergeten geschiedenis van de Hond’.

 

Reacties zijn gesloten.