Een Duits stukje Culemborg bestond 700 jaar
“Culemborg hat mich damals sehr beeindruckt”, zegt Heinz Weyer. Onze stad was hem tot dan vrijwel onbekend. Ik vroeg hem naar zijn herinneringen aan 1996, toen zijn woonplaats Wertherbruch zevenhonderd jaar bestond. Dat is nu alweer twintig jaar geleden. Heinz is de man die het ‘Duitse verleden van Culemborg ontrafelde’, zoals de redactie van Extra Nieuws’ de lezer destijds mededeelde. Niet mijn ‘kop’ dus, boven mijn artikel, maar zeker ook niet minder waar.
Ik kwam het bewuste artikel tegen in een plakboek met krantenartikelen dat ik van Bas Smorenburg kreeg. Wat een handige manier om het recente Culemborgse verleden te bewaren! Er stond zoveel leuks in ! Bedankt Bas, heel erg bedankt!
De foto van Heinz Weyer bij het artikel – u vindt het hieronder – maakte me direct enthousiast. Hé, Caroline (dat is mijn vrouw), moet je eens kijken! We zijn in 2009 samen op de bruilof van Heinz en Sandra geweest; en zij twee jaar eerder op de onze.
Heinz en ik kennen elkaar sinds 1994. Marleen Dresselhuys, toen van de balie van de VVV in het museum Elisabeth Weeshuis, belde me. “Er is hier iemand uit Wertherbruch die meer van de geschiedenis van Culemborg wil weten. Mag hij even bij je langskomen!” Ja, zo is het begonnen tussen ons, tussen een ‘Historiker’ uit de grensstreek en een Culemborgs historicus.
Het artikel uit 1996 was ik min of meer vergeten. De tekst heb ik natuurlijk nog (die staat gewoon op mijn computer), maar dat knipsel, die foto …. ! Nee, dat wist ik niet precies meer.
“Waar de mensen het hier nog altijd over hebben is de ‘Festumzug’, de feestelijke optocht in het dorp op 20 april.” Helaas, dus niet mijn ‘Festrede’ van de dag ervoor, over ‘Ein Stückchen Culemborg am Alten Issel’, of het gelijktijdige optreden van onze koninklijke harmonie Pieter Aafjes in de ‘Bürgerhalle’ van het dorpje Wertherbruch, waar Heinz als muzikant zelf zo enthousiast over was.
“Er waren die dag zo’n vierduizend mensen op straat, in een dorp met maar duizend inwoners.”
Heinz is sinds 1996 voorzitter geweest van ‘Alte Herrlichkeit Wertherbruch’, en maakte al vanaf 1990 deel uit van de ‘Historische Arbeitskreis’ die het voorwerk deed voor het jubileumjaar en het toen verschenen boek. In april 2015 is hij gestopt als voorzitter. “In de tussentijd hebben we hier veel gedaan aan de ‘Kriegsgefallene’, de slachtoffers van de beide wereldoorlogen”. Heinz is nog altijd wel bezig met de geschiedenis. “Over het stadsrecht van Werth uit 1426 ga ik binnenkort iets publiceren.” En ook de periode van de Reformatie in zijn dorp intrigeert hem. Hoe die in Wertherbruch verlopen is, is nog altijd ‘ungenau bekannt’.

Detail van voorzijde boek, met als ondertitel : ‘Bilder und Geschichte(n) eines Dorfes’.
Het boek ‘Alte Herrlichkeit Wertherbruch’ is inmiddels allang uitverkocht. Er werden destijds duizend exemplaren van gedrukt.
Heinz’ artikel ‘Uit de Annalen van de heerlijkheid Wertherbruch’ is gemakkelijker te vinden. Het staat in Voetnoot nummer 15/16, getiteld ‘Van Culen tot Pichegru’.
Ik heb er nog een aantal exemplaren van op voorraad.
Hieronder het artikel uit Extra Nieuws, editie Culemborg, van woensdag 30 oktober 1996 :
Wat deden Culemborgs middeleeuwse heren aan de Oude IJssel?
door Bert Blommers
CULEMBORG – De meeste Culemborgers weten niet zoveel van de geschiedenis van hun woonplaats. Bekend is meestal wel wie vrouwe Elisabeth is; zij was immers een aanzienlijke vrouwe en deed hier veel goeds. Zij heeft een fraaie graftombe in de kerk van Hoogtstraten, net over de grens met België. De banden met Hoogstraten zijn dit voorjaar [1996] officieel verstevigd. Zijn Culemborg en Hoogstraten op 20 april * immers niet een beetje zustersteden geworden?
Dat Culemborgs burgemeester één dag eerder ergens anders was, over de grens met Duitsland ditmaal, om ook dáár een stukje historische verbondenheid te symboliseren, heeft minder aandacht gekregen. Toch heeft de verbondenheid met de Oude IJssel-stadjes Werth en Wertherbruch een stuk lánger geduurd.
* Op 20 april 1996 tekenden de burgemeesters van Culemborg en Hoogstraten een ‘officieel vriendschapsverdrag’. Het betrof een uitwisselingsproject. Verenigingen uit Culemborg en Hoogstraten zouden elkaar gaan ontmoeten, in de verwachting dat dit tot een aantal gezamenlijke projecten zou leiden.
Het aardige van herdenkingen is dat daardoor het stof van eeuwen soms eventjes wordt weggeblazen en een vergeten verleden ineens weer levend wordt. Dan zien we dat Culemborgs heren ook elders zwaard en scepter zwaaiden, er stadsrechten verleenden, en er ruzie maakten; we zien de geschiedenis ineens een stukje breder.
Wat is er aan de hand? Iets meer dan honderd kilometer naar het oosten, net over de grens met Duitsland, liggen aan het riviertje de Oude IJssel een klein stadje en een klein dorp. Ze tellen elk maar een kleine duizend inwoners. Stad en dorp vormden ooit de vrije heerlijkheid Werth; zij kwamen in 1342 in het bezit van de heren van Culemborg en zijn dat tot bijna vierhonderd jaar later gebleven. Toen, in 1709 verkocht hertog Ernst Frederik van Saksen, spoedig ook graaf van Culemborg, het van zijn moeder geërfde stadje Werth aan de bisschop van Munster. En in 1715 deed hij dit nogmaals, nu met het dorp Wertherbroek, dat hij verkocht aan Alexander Hermann, Rijksgraaf von Wartensleben. In 1720 tenslotte verkocht diezelfde hertog ook Culemborg, aan het Gelderse Kwartier van Nijmegen.

Fragment van eind 16de eeuwse kaart van de IJsselloop bij het stadje Werth, uit het Fürstliche Salm-Salm’sche Archiv op kasteel Anholt.
Eén en gescheiden
Historisch was die heerlijkheid Werth maar een curieus samenstel. Eigenlijk hoorden stad en dorp niet bij elkaar. Dat was slechts toeval, omdat ze één en dezelfde eigenaar hadden. De Oude IJssel stroomde er ook tussendoor en dat riviertje was echt een grensrivier. Het stadje ten noorden behoorde daardoor tot Westfalen, het dorpje ten zuiden tot het Rijnland. Dat maakte het er voor de middeleeuwse heer van Culemborg bepaald niet makkelijk op. Voor Werth was hij leenman van de bisschop van Munster, en Wertherbroek hield hij van de hertog van Kleef. Hij moest dus twee (leen-) heren dienen, en dat ging niet altijd, vooral niet als die twee (over-) heren met elkaar overhoop lagen. En dat gebeurde nogal eens!
Opvallend is dat stad en dorp, die vanuit Culemborgs zicht zo bij elkaar horen, ook nu nog gescheiden zijn. Werth hoort tot de gemeente Isselburg, Wertherbroek is deel van de gemeente Hamminkeln. Herdacht werd en wordt er daarom ook apart.
Burgemeester Mieke Bloemendaal ging dit voorjaar naar Wertherbroek omdat dat zevenhonderd jaar bestond. In 1296 kreeg ridder Hendrik van der Lek namelijk toestemming het moerassige ‘broekland’ te ontginnen dat voor zijn kasteel Werth lag. Zijn kleindochter Jutte bracht beide door huwelijk aan de heren van Culemborg.
Maar ook al eerder was er iets – samen met de Culemborgers – herdacht. In 1976 namelijk was het 450 jaar geleden dat het stadje Werth van zijn Culemborgse heer stadsrechten had gekregen. Burgemeester Leo Hermans ging er toen heen. En zolang hij burgemeester was, bleef men de contacten verder onderhouden. Net als Hoogstraten nu, was toen de gemeente Isselburg, waartoe Werth immers behoort, een tijd lang Culemborgs zusterstad.
De wapens van Werth en Wertherbruch, met de leeuw (gekroond, dubbele staart, rode tong en nagels) van de heren van der Leck; dat van Werth heeft ook een rode zuil van de heren van Culemborg. In het midden het oudste zegel van Wertherbruch uit 1455: randschrift: Sigillum Paludis de Werde: zegel van het broek van Werth.
Rode zuilen en een gekroonde leeuw
Omdat Wertherbroek zevenhonderd jaar bestaat, is over de geschiedenis van het dorp eind september [1996] een boek uitgekomen. De 600 exmplaren zijn al uitverkocht, maar het gaat voor de Kerst opnieuw in druk. De auteurs hebben hun werk ‘in ehrenamtlicher Tätigkeit’ gedaan. Puur vrijwillig dus. Het resultaat is er niet minder lijvig om, want het boek telt liefst 460 pagina’s. In zo’n 150 bladzijden hiervan beschrijft de amateur-historicus Heinz Weyer de geschiedenis van de dertiende tot de achttiende eeuw. Voor Culemborgers is díe natuurlijk het interessantst.
Heinz bezocht het stadje Culemborg zelf twee jaar geleden voor het eerst, maar sindsdien is hij er meermalen geweest. Er zijn hier ook veel aanknopingspunten, want wil je wat over de heren van Culemborg weten, dan moet je in Culemborg zijn! Ook Arnhem is een belangrijke plek, want dáár – in het Gelders Archief – liggen de heerlijke, later grafelijke archieven.
“Bij de mensen in Wertherbroek was het verleden onder Culemborgse heren tot nu vrijwel onbekend.” Voor Heinz is dit stuk nu veel levendiger geworden, want – zo zegt hij – “híer – in Culemborg – is nog een stukje geschiedenis aanwezig dat in Wertherbroek zelf niet meer herkenbaar is.” Kijk maar eens naar de beide leeuwen voor het stadhuis. “Zij houden het gevierendeelde wapen vast van de heren van Culemborg, en dat laat – behalve het Culemborgse wapen met de rode zuilen – ook het wapen zien van de heren Van der Lek: op zilver een zwarte, goud gekroonde leeuw met een dubbele staart.” Die zelfde leeuw komt terug in het wapen van Werth, en natuurlijk ook in dat van Wertherbroek.
De kerk van Wertherbruch, met het in 1996 opgehangen memorieschild van Hubert Schenk van Culemborg en Jutte van der Leck.
Schakingen, oorlogen en eerloze ridders
Voor Culemborgers aardig is te zien dat hun heren ook over de grens actief waren. Vooral de graaf, later hertog van Kleef, wilde zijn machtsgebied vergroten. Dit leidde dikwijls tot vele zogeheten ‘veden’, zeg maar: kleine oorlogen. Wat er dan kon gebeuren, toont de ‘Gelderse vede’ – de broedertwist tussen Reinoud en Eduard van Gelre – in de jaren vóór 1361. Johan van Culemborg steunde toen de ene partij en de graaf van Kleef – helaas voor hem – de andere. Gevolg was dat de tegenpartij toen het stadje Werth innam en Johan zijn tol te Emmerik, die voor hem veel geld in het laatje bracht, niet meer kon innen. Láter waren diezelfde heren van Culemborg juist steunpilaren van de hertogen van Kleef.
Regelmatig zien we dat een jongere broer of zoon heer in Werth werd, als de vader of oudste broer heer van Culemborg was. Dit gebeurde met de broers Hubert en Johan. Johan, de oudste zoon, was na 1394 steeds in Werth; hij gaf dit plaatsje rond zijn burcht in 1426 stadrechten.
Van hem is ook het bekende schakingsverhaal. Eigenlijk moest Johan namens zijn zwager Jan van Gemen de adellijke Aleid van Gutterswijk ten huwelijk gaan vragen, maar de jonkvrouw zag meer in Johan zelf, vandaar dat hij haar op zijn paard zette en met haar wegreed. Johan was toen weduwnaar en na de dood van zijn broer werd hij heer van Culemborg. We zien dan Johans oudste zoon Gerard als heer van Werth optreden. Deze werd in 1436 ambtman van de hertog van Kleef, en stelde hem zijn kasteel ter beschikking. Ook in de ‘Soester vede’ stond hij de hertog terzijde.
Kennelijk zatten de heren ook wel eens krap bij kas. In 1444 verpanden zij hun Rijntol. Vooral heer Jasper, de vader van vrouwe Elisabeth, gaf veel geld uit in militaire dienst aan de Bourgondiërs. Dat is mede oorzaak van een lezenswaardige geschiedenis. Jasper verpandde de heerlijkheid Werth in 1489 aan zijn drost Herman van Wittenhorst; hij was getrouwd met Mechteld van Culemborg, een tante van Jasper. In 1497 leidde die verpanding tot een fikse ruzie. De drost zou zijn ambt grof misbruiken, en bleek – zo werd gezegd – een ‘eerloze, eedbrekende ridder’. De twist liep zelfs zo hoog op dat Wittenhorst dreigde het altaar te vernietigen, waarop de priester wilde bidden voor de overleden Mechteld van Culemborg: Hermans eigen vrouw! Uiteindelijk scheidde de hertog van Kleef de geesten.
Het stadje Werth aan de Oude IJssel; Wapenbord van Georg Frederik van Waldeck († 1692) in de kerk aldaar (foto Heinz Weyer, 2016).
Uiteraard zijn er in het herdenkingsboek meer interessante gegevens en verhalen over Wertherbroek en zijn heren te vinden. De heerlijkheid Werth kwam na de dood van Jasper van Culemborg aan een jongere dochter, Anna, getrouwd met Johan van Pallandt. Haar kleinzoon Floris – zijn vader Erard stierf jong; moeder Margaretha de Lalaing werd waanzinnig – erfde Culemborg van zijn oudtante vrouwe Elisabeth; hij werd Culemborgs eerste graaf.
Via de Pallandts en de Waldecks kwamen Culemborg, Werth en Wertherbroek tenslotte aan de genoemde hertog Ernst Frederik van Saksen-Hildburghausen. U heeft al gelezen wat die er na 1700 mee heeft gedaan.