Dinsdag 29 mei 2018 heb ik in het Leescafé van de Culemborgse bibliotheek een lezing gegeven over Catherina Alida van der Dussen. De lezing was goed bezocht. In het onderstaande artikel lees je meer over het onderwerp.
De vrijstad Culemborg
Culemborg was vroeger een vrijstad: je kon er asiel aanvragen als je in de problemen zat, financieel of anderszins. Het was wel de bedoeling dat je in de tussentijd je zaakjes regelde.
De Dordtse burgemeestersvrouw Catherina Alida van der Dussen vroeg er in 1733 asiel; ze was op de vlucht voor haar drankzuchtige man, die haar mishandelde en eigenlijk alleen met haar getrouwd was omdat zij een rijke dochter was.
Catherina Alida woonde twaalf jaar in Culemborg, in het grote huis op de hoek van de Grote Kerkstraat. Een fraaie graftombe in de Grote of Barbarakerk houdt nog altijd de herinnering aan haar springlevend.
Catherina Alida is daarmee een icoon geworden van het vrijstadje Culemborg.

De graftombe op het koor van de Grote of Barbarakerk, zoals die omstreeks 1785 werd getekend door Maximiliaan Louis van Hangest d’Ivoy.
Vrouwen zonder rechten
Rijke vrouwen hadden in de achttiende eeuw weinig zelfstandige rechten; mannen bestierden als voogden hun zaken. Soms kwamen ze daardoor in moeilijkheden. Niet alleen Catherina Alida, maar ook Anna Maria van Bassen. Zij wilde graag trouwen, maar mocht dat niet van haar voogd die zelf schulden had en haar bezittingen beheerde.
Met Anna Maria liep het goed af; zij trouwde in 1750 met de notariszoon Jacob Jongbloet, die raad van de graaf van Culemborg werd. Catherina Alida had minder geluk; zij bleef tot haar dood processen voeren.
Catherina Alida’s toeverlaat was de notaris Ernst Frederik Jongbloet. Hij erfde haar huis, waar later zijn zoon Jacob ging wonen. Hijzelf woonde op de Markt, in het huis waar nu restaurant Andermaal is gekomen.
Vrijstad en graafschap
De verhalen van Catherina Alida, Anna Maria van Bassen en de beide Jongbloets geven aanleiding tot een inkijkje in het achttiende eeuwse Culemborg.
Culemborg was in die tijd nog een graafschap, waar de zijdelintindustrie vele handen werk gaf en de korenhandel bloeide. Catherina Alida maakte er in 1741 een grote watersnood mee, die het voorspoedige economische tij deed keren.
De geschiedenis van haar huis maakt ons bekend met de mensen die er voor en na haar woonden. Een van de latere bewoners was mr. Abraham Perrenot, rentmeester, wijsgeer en later domeinraad van de Oranjes. Vlakbij waren de Grote kerk en een katholieke schuilkerkje, de stadsschool en de Papenhoek.
Mr. Jacob Jongbloet woonde vanaf 1761 wat noordelijker in de Ridderstraat, in een kostbaar huis, samen met Anna Maria die hem elf kinderen schonk. Na haar dood hertrouwde hij en werd heer van het dichtbij gelegen dorpje Hei- en Boeicop.
Ik neem je graag mee op deze kennismaking met het Culemborg van een jou waarschijnlijk wat minder bekende eeuw.
Voor wie zelf wil lezen
Voor wie meer wil weten over Culemborg als vrijstad en over de lotgevallen van Catherina Alida van der Dussen zijn er twee boeken die je zeker moet lezen:
Marijke Gijswijt-Hofstra,
Wijkplaatsen voor vervolgden. Asielverlening in Culemborg, Vianen, Buren, Leerdam en IJsselstein (1984)
Jan de Graaf,
Een verbroken alliantie. Achtergronden van Catherina Alida van der Dussen (2010)
Het boek van Marijke Gijswijt uit 1984 is alleen nog antiquarisch te krijgen. Je kunt kijken op boekwinkel kaetshaag.
Hier vind je ook een selectie van andere beschikbare Culemborgse historieboeken.
Het boek van Jan de Graaf verscheen in 2014 in een kleine oplage van 120 exemplaren. Jan en zijn vrouw Go betrokken in 2010 een gedeelte van het oude woonhuis van Catherina Alida van der Dussen. Het prikkelde hen tot nader onderzoek, met het boek als resultaat.
Speciaal voor de lezing heeft Go nog een aantal laatste exemplaren bijgemaakt.
Het boekje is (zolang de voorraad strekt) voor 20 euro te bestellen via godegraaf@gmail.com.
Over het boekje van Jan en Go kun je verder lezen op de website van de Stichting Jacop Campo Weyerman.